Verschillende zennies brengen tijdens de zitsessie op zondag hier thuis iets moois mee, dat ik soms hier post.

Wil je een wereld zien in een korrel zand
En een hemel in een wilde bloem
Houd dan oneindigheid in de palm van je hand
En eeuwigheid in een uur

– William Blake –

Wijsheid zegt me dat ik niets ben
Liefde zegt me dat ik alles ben
Tussen die twee stroomt mijn leven

– Sri Nisargadatta –

Rutger Kopland (1934-2012)
Uit de bundel Een lege plek om te blijven (1975)

XV

Lente, nu alles in me terugkeert
zie ik ook het paard weer, liggend
met gestrekte benen, als was zij
dood, met wieltjes, en de grijze
veel te dikke buik waaruit een kraai
pikt, dons en haren voor haar nest.

WERK NIET VOORUIT
zend niet uit,
sta
naar binnen:

doorgrond door het niets
zonder enig
gebed,
fijnvoegig, naar
het Voor-schrift
onachterhaalbaar

neem ik je op,
in plaats van alle rust.

Paul Celan ( 1920-1970)

 

‘s “Hemels” tekens verschillen
‘s ‘Hemels’ Tekens verschillen –Soms
Denk ik dat Middaglicht
Maar een Symbool is van die Plaats-
En hoe weer, als het Daagt

Een machtig oog de Wereld rondt-
Verzinkt in Heuvelland-
Ontzag als dat je overkomt
Bevangt Onwetenheid-

De Boomgaard, met de Zon erop-
Vogels die allemaal
Victorie vieren in Triomf-
Een Wolkencarnaval-

De Roes van een voltooide Dag
Die weerkeert naar de West-
‘t Doet alles-denken an de plaats
Bekend als “Paradijs”-

‘t Zal zelf –dunkt ons – wel mooier zijn-
Maar hoe Wij, zullen zijn
Getooid, voor Hogere Gena-
Kan nog, ons oog niet zien-

Emily Dickinson