1
Utrecht, 23 juli 2015
Lieve Zoe,
Utrecht, 23 juli 2015
Lieve Zoe,
Het is dezelfde binnentuin, twee weken later. Trudie zegt: ‘Zal ik je zonnebril even halen? Het gaat wel goed zo, toch?’ en laat ons alleen.
Volgend rondje binnentuin. Trudie vraagt over welk heuveltje ik nou precies schreef in mijn vorige post. Ze doelt op het heuveltje dat vorige keer een lyrisch moment van inkeer opleverde. Ik loods haar ernaartoe. Trudie kijkt. Ze loopt eromheen. ‘Nee, dit kan het heuveltje niet zijn,’ besluit ze. Ze gaat op zoek naar een magisch heuveltje, maar de tuin blijkt er voor haar geen in petto te hebben.
Ondertussen herinner ik een zelfbedacht spreekwoord: ‘Als je paddenstoelen gaat zoeken in het bos, zul je niets anders vinden.’ Ik realiseer me weer eens wat het zenboeddhisme me allemaal gebracht heeft en hoe slecht ik dat over weet te brengen. ‘Trudie, kom eens hier, ga eens zitten. Doe eens niets, nee, ook niet proberen niets te doen. Gewoon de versnelling in zijn vrij en wachten tot je uitgedenderd bent,’ wil ik zeggen. Ook wil ik zeggen: ‘Dat kan best een weekje duren, maar de grond is geduldig en het is goed voor je, geloof me maar, en je mag best elk halfuur een rondje lopen om je benen te strekken, maar zeg verder zo weinig mogelijk en laat je ziel terugkeren in je lichaam, alsof hij met een heel lang slap elastiek aan je vastzit. En wacht, elke keer weer. En als je hier bent, als je eindelijk hier bent, doe dan je ogen open en doe verder niets.’ Ik wil haar beloven dat ze schoonheid zal zien. Als ze het maar niet zoekt, niet verwacht, niet probeert te grijpen. Het maar gewoon laat gebeuren.
Dat zou ik allemaal willen zeggen, maar ik kan niet praten, dus we gaan naar binnen. Ik neem me voor deze post te schrijven. Om mijn wijsheid uit te strooien, haha, maar gelukkig komt er van alles tussen, want hij die praat over zen gaat naar de hel, zeggen ze wel eens. Een week verstrijkt, Trudie is er weer. Tijdens onze binnentuinronde vraagt ze: ‘Of bedoelde je het heuveltje als metafoor voor een oase?’ Een doortastender lezer van mijn werk moet nog geboren worden, mijmer ik in bewondering. Maar ook: ik wilde je gewoon iets moois laten zien, je niet opzadelen met een puzzel. Toch maar aan deze post begonnen. En zoals jullie merken, het is hiermee in een keer duidelijk en helder, toch? Gewoon moeite doen om niets te doen en dan komt schoonheid Of gewoon het soort mens zijn dat zen helemaal niet nodig heeft, zoals de zus van Trudie. Ze kwam langs, zag onze kale tuin en riep direct: ‘Prachtig!’
Every now and then, I wonder, I wa-wa-wa-wa-wonder, have I still got it? Do I still have it?
Zondagmiddag, ik kom thuis van het Bezoek. Ik besluit te gaan schrijven over schoonheid in de afgelopen 24 uur. Roland was mee, dus ik vraag hem om een song “about the concept of beauty”, want hij spreekt geen Nederlands. Na veel puzzelen komen we uit op Angelica, van het album Between Darkness and Wonder.
Soms let ik even niet op
als ik naar zoe kijk
er gaat nog een alarmbelletje
pas op, dit gaat pijn doen
maar dan is het al te laat
fuck it, ik wil haar zien.
hier dan
zie hoe mooi ze is.
ja.
zoiets, dus.
ok.
het gaat wel weer.
kun je mijn ogen droogmaken?
dankjewel.