Ik vind vond het interessant en intrigerend, om toe te kijken hoe emoties in me ontstaan en veranderen en vloeien. Je wenst het niemand toe, maar het is wel hartstikke boeiend, dit, zei RJ ooit,doelend op ons beider ALS. Boeiend en leerzaam. Vorige week zag ik pijn, van niet mee kunnen doen met een diner met vrienden, en zag hoe het onderdrukken ervan naar buiten komt als boosheid en verongelijkt mokken.
Vandaag zag ik strijdlust, als vanouds mijn eerste reactie, natuurlijk. Wat zou jij doen als er een geoliede begrafenissalespitch over je heen dendert? Wat nou, geen grafsteen, een kei is ook natuur, eikels. Niet op ingaan. Uitvlucht, ik zoek wel een boeddhistische begraafplaats, ik zag er in japan een met graven van duizend jaar oud. Parkeren, misschien is het een echt waardevolle gedachte, maar het helpt nu niet. Wat gebeurt er op dit moment? Op dit moment word ik geconfronteerd met mijn dood. Ik denk niet aan ALS, ik denk aan dood. Hier kom ik dus te rotten, denk ik, en de voortvarendheid van pa, die behulpzaam vragen stelt, put me uit, merk ik net te laat, zodat ik toch weer even moet huilen.
We gaan wandelen. Het is onmiskenbaar een schitterend terrein, een fijne plek, die me op verschillende momenten raakt met haar schoonheid. Gedachtes schieten door mijn kop; is dit wel mij? Dit is een tussenvorm, tussen begraven en cremeren in, alsof je as wordt uitgestrooid over een veld. Ga je hier relaxed rondwandelen als je weet dat het een begraafplaats is? Het is een uur van Utrecht, is dat niet te ver? Komt er uberhaupt ooit iemand naar een graf? De beperkte houdbaarheid van de schijf hout, die het graf markeert staat me tegen, ik wil langer dan 15 jaar mijn grafschrift tonen aan de wereld. QR codes, yeah right, en een app, waarmee je het graf vindt? Niets is minder toekomstbestendig dan technologie. Ik neig steeds meer naar een boeddhistische begraafplaats met een steen. Dan hoor ik hoe jij erover denkt, je haat marmeren rijen doodsplekken, en ik denk aan Zoe, en ik begin me af te vragen, voor wie is mijn graf, voor mij of mijn nabestaanden? Hmmm.
Ik laat het stiller worden, geniet van de natuur, zie een boom die me aanspreekt, luister naar het verhaal van de mevroj. Ik contempleer en zie mijn gevoel veranderen. Ik voel vrede ontstaan met het idee dat ik hier lig, straks.Mijn lijf is maar een klein deel van wat ik achterlaat. Ik voel ook kleine angeltjes, die groot kunnen worden of gaan verdwijnen, dat weet ik nog niet. Is dit echt ik? Kan ik zonder grafschrift?
Terug bij het informatiecentrum rijd ik een rondje met Zoe, ze wordt rustig. Ik kijk nog een keer over het terrein, het is toch wel heel mooi.
(1) Even een voetnootje, een zin maar, want, ik breek me dagenlang de kop over welke song het is, en googlen op wawawawawonder heb ik geen zin in, en ik moet het weten, het was de titelsong van een serie over las vegas, waar die ene gast agent was, kom, hoeheettetnou, die man speelde later ook in die film met Brad Pitt en Vinnie Jones, kom, hij zegt bij de douane, “Anything to declsare? Yes, don’t go to England!”, dat is tenminste iets om te googelen. Shit, een punt, dan wordt het toch meer dan een zin. Anyway, google, tuurlijk, Snatch, klik, Dennis Farina, hee istie dood goh, klik, Crime Story, klik, hehe, Runaway van Del Shannon. De lyrics hebben minder dan niets met mijn overpeinzing te maken, zie ik nu net. Waarmee ik maar wil zeggen, raar he, associaties.